Vliegregels

Met een paramotor maken we gebruik Visual Flight Rules (VFR; zichtvliegregels). Ook vliegt een paramotor meestal zonder transponder. Hieronder staan een aantal regels die voor paramotors (zonder transponder) in Nederland gelden.

Alleen overdag

In Nederland is het vliegen met een paramotor alleen toegestaan gedurende de daglichtperiode. Dit is vastgelegd in de Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014 artikel 3.2 lid 2, waarin staat vermeld dat een aantal luchtvaartuigen – waaronder het schermvliegtuig – alleen gedurende de daglichtperiode mogen worden gebruikt.

De daglichtperiode wordt elke dag door het KNMI gepubliceerd in het Weerbulletin kleine luchtvaart. In de praktijk begint de daglichtperiode ongeveer een kwartier voor zonsopgang en eindigt deze ongeveer een kwartier na zonsondergang. Merk op dat tijden in het Weerbulletin worden vermeld in UTC. Dit betekend dat bij wintertijd 1 uur moet worden opgeteld bij de vermelde tijd, en dat bij zomertijd 2 uur moet worden opgeteld.

Voorbeeld

Situatie: Het is 28 september en het Weerbulletin vermeld “DAGLICHTPERIODE: 05.21 TOT 17.39 UTC.=”. Wat is de daglichtperiode in lokale tijd?
Antwoord: Op 28 september is het zomertijd. Dat betekend dat de daglichtperiode loopt van 7.21 tot 19.39 lokale tijd (+2 uur).

Minimum vlieghoogte

De minimum vlieghoogtes voor VFR verkeer zijn vastgelegd in SERA.5005 van verordening (EU) nr. 923/2012. Er worden twee situaties onderscheden:

Nog afmaken

Maximum vlieghoogte

In het algemeen is het belangrijk om te weten dat een VFR vlucht in Nederland altijd mèt transponder uitgevoerd moet worden, tenzij de VFR vlucht plaatsvindt in luchtruimklasse G onder 1200 voet. Dit wordt geregeld in de Regeling Boortuitrusting Artikel 7 lid 1. Lid 2 bepaald echter dat paramotors (schermvliegtuigen) van deze verplichting zijn uitgezonderd. Dit betekend dus dat paramotors, ook zonder transponder, hoger mogen vliegen dan 1200 voet.

MAAR! Boven vrijwel heel Nederland zijn Transponder Mandatory Zones (TMZs) actief. Daarnaast is van belang of in de luchtruimklasse VFR (en zonder transponder) mag worden gevlogen.

In een TMZ mag niet zonder transponder worden gevlogen. Ook niet door een paramotor. Transponder Mandatory Zones kunnen worden teruggevonden op de VFR luchtvaartkaart of in het AIP ENR 6-2.6. De maximale vlieghoogte (zonder transponder) wordt bepaald door de onderzijde van de TMZ die op dat moment geldt. Als je de TMZ kaart goed bestudeert, zul je zien dat de meeste TMZs door de week / overdag beginnen op een hoogte van 1200 voet. Dit betekend dus dat zonder transponder niet hoger dan 1200 voet gevlogen mag worden. Op andere momenten kan de ondergrens van de TMZ omhoog gaan. Een paramotor wordt gezien als “motorized paraglider”, dus in AIP ENR 6-2.6 zijn de omcirkelde getallen 1 en 3 op paramotors van toepassing.

Let op! Op de TMZ kaart lijkt het alsof boven Zuid-Holland geen TMZ actief is. Hoewel dit klopt, moet ook gekeken worden naar het luchtruim dat zich daar bevindt. Op de VFR luchtvaartkaart is te zien dat boven deze regio op 1500 voet de TMA van Schiphol begint (luchtruim klasse A). In luchtruim klasse A is het verboden VFR te vliegen, en dus wordt de maximum vlieghoogte hier bepaald door de luchtruimklasse.