Praktijkopleiding

De praktijkopleiding tot paramotorvlieger volg je bij een door de KNVvL erkende paramotorvliegschool. De opleiding kost ongeveer één tot anderhalf vliegseizoen. Dit komt omdat paramotorvliegen een weersafhankelijke luchtsport is. De praktijkopleiding bestaat uit vier onderdelen:

Grondopleiding

Hoewel het raar klinkt, is de grondopleiding verreweg het meest belangrijke onderdeel van de praktijkopleiding tot paramotorvlieger.

Tijdens de grondopleiding leer je het paramotorscherm op te zetten en te controleren, zodat je uiteindelijk een gecontroleerde start en landing kunt maken, maar ook een misstart gecontroleerd kunt afbreken. De grondopleiding bestaat uit schermoefeningen die je zonder motor op de rug bij verschillende weersomstandigheden leert uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is de voorwaartse start (startmethode voor weinig wind) en de achterwaartse start (de startmethode voor veel wind). Ook simpelweg vliegeren met het scherm is een hele goede oefening. In het Engels wordt dit ook wel ‘groundhandlen’ genoemd.

Als je het ‘groundhandlen’ volledig onder de knie hebt, maakt de instructeur het een stapje moeilijker. Je neemt de motor op de rug en probeert dan opnieuw de schermoefening. Zelfs als de motor uitgeschakeld is, is dit een stuk moeilijker. De motor weegt ongeveer 25 kilo en maakt de bewegingsvrijheid minder.

Heb je het groundhandlen met motor op de rug ook helemaal onder de knie? Dan doe je een eerste schermoefening met een draaiende motor op je rug… De instructeur heeft hierbij radiocontact met jou door middel van de koptelefoon in je helm. Geloof het of niet, maar nu je voor het eerst een schermoefening met een draaiende motor op je rug probeert te doen, gaat alles fout – hoe goed het zonder motor ook ging. De motor trilt namelijk en zorgt voor extra spanning. Het is niet erg dat ditfout gaat. De instructeur weet dat dit gebeurd en begeleid je hierbij.

Kun je het scherm opzetten en controleren met een draaiende motor op je rug? Dan hoef je alleen maar gas te geven en zit je in het volgende deel van de praktijkopleiding…

Luchtopleiding en takenlijst

Wanneer je het groundhandlen onder de knie hebt, volgt het luchtzijdige deel van de opleiding. In tegenstelling tot elke andere opleiding voor het besturen van een luchtvaartuig, is je eerste vlucht meteen een solo vlucht. De instructeur “praat” je via een radioverbinding de lucht in en zal ook zorgen voor een veilige landing.

Het zwaartepunt van de opleiding zal liggen op het maken van een veilige en gecontroleerde start en landing. Van belang is ook het veilig afbreken van een start. Naarmate de opleiding vordert zal de instructeur steeds minder aanwijzingen geven en zul je het steeds meer zelf doen. De opleiding bestaat dus vooral uit het maken van heel veel starts en landingen.

Ook in de lucht moeten vaardigheden worden opgedaan. Zoals het vliegen van bepaalde figuren of het toepassen van snelle daalmethoden. Deze vaardigheden staan genoemd op de zogenaamde “takenlijst“. De taken op de takenlijst worden één voor één afgewerkt.

Praktijkexamen