Meteorologie Paramotorvliegen – Paramotor opleiding in Nederland

Doe de quiz over Meteorologie Paramotorvliegen

Welke wolk is gevaarlijk voor paramotorvliegen

Cirrus

Cumulonimbus

Altocumulus

Cumulus

Geen

Zet in volgorde van hoog naar laag

Cirrus, altostratus, cumulus

Cirrus, cumulus, altostratus

Cumulus, cirrus, altostratus

Cumulus, altostratus, cirrus

Geen

In de standaard atmosfeer (ISO) gelden de volgende waarden:

Temperatuur op zeeniveau: 15 °C; druk op zeeniveau: 1010,25 hPa; afname van 1,00 °C per 100 meter;

Temperatuur op zeeniveau: 20 °C; druk op zeeniveau: 1013,25 hPa; afname van 0,50 °C per 100 meter;

Temperatuur op zeeniveau: 15 °C; druk op zeeniveau: 1013,25 hPa; afname van 0,65 °C per 100 meter;

Temperatuur op zeeniveau: 20 °C; druk op zeeniveau: 1010,25 hPa; afname van 0,50 °C per 100 meter;

Geen

Welke wolken zijn regenwolken?

Cirrus en cumulus

Altostratus en cumulus

Cirrocumulus en cumulus

Cumulonimbus en nimbostratus

Geen

Een inversie is een luchtlaag waarin de temperatuur bij toenemende hoogte

toeneemt

afneemt

gelijk blijft

eerst gelijk blijft, en dan afneemt

Geen

Een isothermie is een luchtlaag waarin de temperatuur bij toenemende hoogte

toeneemt

afneemt

gelijk blijft

het vriespunt bereikt

Geen

Wind waait hoofdzakelijk

van een gebied met hoge druk naar een gebied met lage druk

van een gebied met lage druk naar een gebied met hoge druk

van een gebied met hoge temperatuur naar een gebied met lage temperatuur

van een gebied met lage temperatuur naar een gebied met hoge temperatuur

Geen

Wat kun je op basis van deze weerkaart zeggen over de wind in Nederland?

De wind komt uit ZW, de windkracht is zwak

De wind komt uit ZW, de windkracht is sterk

De wind komt uit NO, de windkracht is zwak

De wind komt uit NO, de windkracht is laag

Geen

Een superadiabatische laag heeft een temperatuurafname van

< 0,5 °C per 100 meter

0,5 °C per 100 meter

1,0 °C per 100 meter

> 1,0 °C per 100 meter

Geen

Wat is waar over een koude- en warmtefront

Bij een warmtefront schuift warme lucht over de koude lucht.

Bij een koufront schuift de koude lucht over de warme lucht en drukt deze naar beneden.

Een warmtefront beweegt sneller dan een koufront

Een occlusiefront ontstaat als een warmtefront een koufront inhaalt.

Geen